Tips voor 1° jaar

 De verdieping start. De reis naar binnen is begonnen. We gaan op zoek naar de principes en processen. Dingen leren ervaren  (waarnemen), bewegingen verfijnen om steeds die ervaring te hervinden in al onze bewegingen (intentie), en dat blijven we doen tot het een tweede natuur is (intelligentie).

Het groeiproces is gestaag maar continu als de inzet er ook aanwezig.  De weg van leren is de weg van herhalen. Elke beweging wordt jaarlijks minstens 1 keer herhaald, en elke keer komt er een nieuw aspect naar de voorgrond. Enerzijds omdat je de beweging al kent, en anderzijds omdat je lichaam meer durft loslaten en het nu openstaat een nieuwe ervaring te vinden.

We gaan op zoek naar enkele basisprincipes van tai ji quan die ons meer en meer vloeiend laten bewegen:

  • 5 fasen leren onderscheiden in iedere beweging
  • Druk in de voet behouden en de aslijn meer verfijnen
  • De vertikale cirkel
  • De vijfde relaxatie-oefening een eerste verdieping
  • Het midden beweegt al eerste.
  • Diep lichaamsbewustzijn,de 5 interne zintuigen



De 5 fasen  

 WAARNEMEN blijft nog steeds de hoofdintentie in beginnersjaren.

De meeste bewegingen in de vorm en in de push hands hebben 5 fasen. Soms zijn ze verdoken soms zijn ze onuitgesproken. Maar wat zijn die 5 fasen concreet voor de tai ji quan? De 5 fasen komen overeen met de 5 toestanden die een spier kan kennen. Elk van deze fasen heeft een zeker typevan kracht in zich.


  • 1. contractie (metaal), de spier wordt korter en verhoogt zijn spanning.
  • 2. ontspan (water), de spier wordt langer en de spanning neemt erin af.
  • 3. stretch (hout), de spier wordt langer en de spanning neemt toe
  • 4. ontstretch (vuur), de spier wordt korter en de spanning neemt af
  • 5. steun (aarde), de spier wordt enigszins langer en heeft een dragende ondersteunende spannning (tengressiteit)


Druk in de voet:

  • in iedere beweging leren we voelen of het lichaam tijdens het loslaten (fasen 2 en 3)  de druk in de voet opbouwt.

  • De druk focaliseert zich voornamelijk in de hiel. Hoe kan je die opbouwen

  • Door je bewustzijn in het smeltproces te vergroten
  • weet waar je druk in de voet zit op het einde van fase 3:
  • meer vooraan --> zorg dat je bij het zinken niet denkt aan naar voor bewegen, maar eerder naar beneden
  • binnenkant van de voet --> onderzoek je heup/lies regio om deze meer te openen,
  • teveel buiten --> onderzoek de druk in knieën allicht duw je ze onbewust naar buiten.
  • teveel in het puntje van de hiel, je dient je 5° relaxatie-oefening vloeiender te maken, allicht sta je stil achteraan in de cirkel om iets te willen zoeken/voelen waardoor je niet meer natuurlijk kan loslaten.

De Vertikale cirkel

De grote cirkel en de kleine cirkel

De vertikale cirkel is belangrijk om de de kracht van departner te handhaven en zlef ook je kracht te kunnen opbouwen. 

De 5° relaxatie-oefening (de grote beweging voor naar achter en terug, , evenals de uitvoering op 1 been bij het afronden van een zijde) is de beste oefening om deze cirkels te leren ontdekken.

De grote cirkel is gelinkt aan de grote externe beweging waarin we de 5 fasen onderzoeken. Deze kan gezien worden als het YIN YANG teken op zijn kant gelegd (zie verder op de pagina).

  • Teruglopend en omhoog wanneer de partner naar voorkomt, zodat we zijn kracht kunnen ontmoeten, ontvangen en neutraliseren.
  • Voorwaarts en zinkend om zelf kracht in op te bouwen, te zoeken naar de partner en de kracht terug te sturen in de partner.

De kleine cirkel betreft het continue proces dat we in het onderste dantian ervaren. De beweging dient over de tijd heen vloeiender te worden en meer geïnternaliseerd. Voor beginners is het belangrijk te voelen dat in fase 4 het bekken blijft kantelen en we niet gewoon naar voor duwen.



De Vijfde Relaxatieoefening :

Hierin dien je eerst en vooral de 5 fasen te leren onderscheiden, In elke beweging, en partneroefening blijven deze 5 fasen belangrijk om te verstaan.

In elke fase kan je op een paar aspecten focussen om een. betere ervaring te hebben of je de oefening degelijk uitvoert.

  • Fase 1 (metaal) : 
  • gekenmerkt door voorste been strekt , achterste been strekt noch buigt
  • bijkomend voorste been levert de kracht tot ongeveer 2/3 naar achter (voor redelijk vlot bewegen)
  • Fase 2 (water)
  • gekenmerkt door lichte verbinding in de achterste voet
  • bijkomend 
  • dit gebeurd 2/3 tot 3/4 van de beweging naar achter , het achterste been plooit nog niet uitwendig maar je voelt een duidelijke verlegging van de verbinding tussen voorste voet en achterste voet
  • train dat je meteen de zachte verbinding hebt in het juiste punt van de voet.
  • Fase 3 (hout)
  • gekenmerkt door grote verandering over de rug (lengte)
  • bijkomend
  • kruin blijft aan het plafond,
  • rug wordt langer
  • midden (onderrug/bekken voor beginners, onderste dantian voor meer ervaren personen) blijft veranderen
  • gevoel dat je van een glijbaan schuift,
  • denk niet teveel aan naar voor willen bewegen.
  • Fase 4 (vuur)
  • gekenmerkt door voorwaartse beweging met kracht in vanuit de voet
  • bijkomend
  • midden blijft veranderen en kracht putten uit de achterste hiel, niet door gewoon het been te strekken.
  • zwaar gevoel / stretch in bovenbeen/lies
  • Fase 5 (aarde)
  • gekenmerkt door tot rust komen en neutraal worden in voorste voet
  • bijkomend
  • train op zo 'n manier dat je heel het lichaam in de voorste voelt tot rust voelt komen.
  • kruin blijft verbonden, rug ontspant en wordt weer lang
  • druk bouwt op in de voorste voet (hiel)

1 grote tip om te trainen:  Gebruik een muur !!

  • Versterken en verduidelijken van fase 1 : 
  • Sta met je rug naar de muur en de achterste hiel tegen de muur of 1 tot 2 cm van de muur.  
  • Verfijn nu je beweging dat je volgende dingen voelt
  •  bij fase 2 de billen net de muur aanraken. 
  • bij begin fase 3 Gevolgd door de ervaring dat gans de rug even over de muur flaneert (zonder al teveel zinken) alvorens je effectief van de glijbaan glijdt (fase 3)
  • Handen bewegen niet : 
  •  Sta met je gezicht naar de muur. Voorste voettip staat tegen de muur of max 1-2 cm van de muur. 
  • Gebruik de beweging van kneden van het brood (vorm) welke ook de dubbele schouderrol is (pushing hands)
  • In fase 1 stijgen de armen tot ze de muur aanraken
  • in fase 2 bereiken de handen schouderhoogte
  • in fase 3 blijven de handen op de muur
  • in fase 4 duwen we het midden naar de muur zodat er druk in de handen ontstaat (kleine cirkel)
  • in fase 5 laat de armen zakken en kruis ze weer


Het midden beweegt als eerste

In tai ji quan bewegen de armen of de romp nooit als eerste, ook al is het hoe we in het dagdagelijks bewegen vaak bewegen omdat we dan niet met sterke krachten dienen te werken. Vergeet niet tai ji quan heeft zijn wortels in de gevechtssport. In vele gevechtssporten is het belangrijk vanuit je midden te werken, zo ook bij de tai ji.

Waarom belangrijk:

  • het midden is de verbinding tussen boven en

Eens je de druk in de voet steeds weet te vinden en je bewegingen als vloeiend begint te ervaren, begin dan te letten op het midden eerst te laten bewegen.

Wederom kan je de 5° relaxatie-oefeningen gebruiken als startpunt om dit te introduceren.

  • in fase 1 kan je zoeken naar de onderrug die zacht opent van zodra je de duw opbouwt uit de voorste voet.
  • in fase 4 zoek je wat meer dat de lies / onderbuik kracht ervaren alvorens je naar voor beweegt.

Het Diep Lichaamsbewustzijn

Niet een eenvoudig begrip  om aan te halen. In tai Ji werken we met het lichaam om de geest te leren heroriënteren. Bewegen kan ieder lichaam. Bewust bewegen met het behoud van interne kracht is hetgeen we in tai ji quan zoeken.

We zoeken terug naar de sensoriële informatie waarmee we als boreling en kind het meest werkten : de interne zintuigen.

Iedereen kent de 5 externe zintuigen (smaken, ruiken, voelen,  zien en horen). Deze hebben we gekregen om de externe wereld waar te nemen, een construct van te maken en er naar te ageren.
Echter beschikken we nog over ander sensoren (zintuigen) die luisteren naar de inwendige processen en deze ook sturen zodat we in balans blijven. Warmte sensoren, druk sensoren, pijn sensoren, stretch sensoren en positie sensoren.

  • gewrichtspositiesensoren zitten zoals het woord zegt meer in de gewrichten zodat we weten in welke toestand ons gewricht is. Terug luisteren naar deze sensoren geeft ons info over onze structuur en aslijn. Tijdens beweging kunnen we zo ook de kracht sturen die nodig is om een bepaald gewricht te laten openen of te bewegen. Hoe meer beginner we zijn oe meer we luisteren naar continue beweging in de gewrichten.  Luisteren in de grote gewrichten gebruiken we voor externe bewegingen, luisteren in de kleine gewrichten helpt ons ook bij de uitlijning maar bovendien de interne golven te vinden.
  • krachtsensoren zitten overal verspreid in het lichaam. Voor het bewegingsapparaat vinden we ze heel sterk in de voeten. een deel van on s voelen is hiermee verbonden. Naar de druk in de voeten leren we zo snel mogelijk te luisteren, omdat dit over de tijd heen een duidelijk beeld geeft van hoe je staat.  In partneroefeningen is de druk in de handen belangrijk om te voelen hoe we de partner kunnen begeleiden, misleiden en sturen. Voorbij beweging is druk de tweede diepe input waar we op leren afstemmen.
  • Spiertoestandsensoren zijn een nog subtielere frequentie. Druk zorgt voor beweging, maar deze dient door de spieren in het lichaam gestuurd te worden en dat gebeurt via stretch. Een spier kent ook een contractie-fase , een neutrale fase en een ontstretchfase . het is vooral de stretch en de ontstretch die we leren ontdekken en sturen.
  • Warmte & koude (of negatieve temperatuur)sensoren geven de beste verbinding met het energieveld van het lichaam.
  • Pijnsensoren,: Van al de sensoren is het deze waar we meteen dienen naar te handelen. Pijn is een beschermingssignaal voor als het lichaam een trauma oploopt. Opgelet eens het lichaam een trauma heeft (we zijn dus al over de grens geweest) dient deze input om ons lichaam te beschermen om nog meer schade op te lopen. Pijnsensoren zullen geactiveerd wanneer de a
  • slijn/uitlijning niet correct is , de krachten te groot zijn, of teveel energie doorstroomt 



Krachtsensoren (druk & rek) - geven een verbinding met het energieveld van het lichaam.