Focus 2° jaar

Een paar kernwoorden die in elke les aan bod komen:

• 5 fasen in de vorm begrijpen
• druk opbouw in fase 5 en fase 3
•  druk met ademhaling (uitademing)
• vloeiend bewegen
• de ontspanning en het loslaten volgen van kruin tot voet
  
• aslijn onder lichaam (onderrug, knie , enkel voet)
• druk in de voet
  

• rustig staan

• ademhaling observeren (hoe adem ik nu)

• ademhaling wat dieper maken

• ervaren hoe de adem beweging veroorzaakt in de romp

• flow van de adembeweging volgen en vergroten van voet tot in de kruin

• en telkens we weer naar de grond keren, steeds een intentie zoeken om net iets meer los te laten en het lichaam vrij te laten. Zinken in de grond zonder in  te storten / Aangezogen worden door de grond / intentie  onder de voeten de grond in laten sijpelen.

• met dezelfde rustige diepe ademhaling start je de ademhalingsoefeningen

• in iedere herhaling speur of de armen meer en meer moeiteloos door de adembeweging geduwd (inademen) en getrokken (uitademen) worden
• tijdens de uitademing,  let ook op je gronding (waar zijn de tennisballen?

Vorm:

• elke beweging heeft een fase van actie (wegduwen van de grond, vloed)  en een fase van  ontspanning (loslaten, eb)

• let op het stappen zetten

• zorg dat je rustig kan stappen

• stap breed genoeg uit (een kat kan tussen de benen wandelen)

Partneroefeningen:

• Duwer = voelen om iemand in beweging te zetten geen harde duw, maar een voelende duw

• Ontvanger = beweging van partner meenemen en zinken in de grond / Speur naar loslaten waarin je de partner kan dragen

Staande meditatie:

• We gaan extern naar interne beweging zoeken:  Stijgen en zinken in een grote fysische beweging

• Zoeken naar duwen tot in de kruin en weer loslaten, neerkomen diep zinken.Voelen naar een comfortabel gevoel terwijl het lichaam fysisch dieper blijft zinken. Je kan dezelfde inspiratiebeelden gebruiken zoals uitgeschreven bij   START

• Verfijning 1: De duw met inademing luisteren we vanuit de voeten hoe de enen in beweging komen. En de romp met de reeds gestarte inademing de romp vult van buik tot borst tot schouders tot kruin. Als we de duw loslaten volg je de uitadembeweging in de romp en vnl rug, onderrug, door de heupen die zacht veranderen, de benen plooien, de knieën die vrij voelen, de enkel die zacht en vrij veranderen om in de voeten te landen en een gevoel van comfortabele veerkracht te vinden

• Verfijning 2: voor je de beweging start , laat dieper los en luister in de voeten, duw naar kruin maar probeer in de enkels de beweging te voelen , in de knieën, in de heupen, in de buik (adem) , borstkas (adem) , kruin (waarneming daar laten rusten.Voel de duw wegebben, voel naar een begin van ontspannen, volg vanuit de kruin door de nek, de borstkas en tussen de schouderbladen, door de buik en onderrug, luister in de heupen , knieën , enkels en kom tot rust met de waarneming in de druk van de voeten.

• Verfijning 3: voor je de beweging start, laat dieper les en voor de intentie naar de kruin (kat maakt zich klaar om zijn prooi te bespringen) , luister naar de druk in de voeten en de verandering in de benen. Laat dan de duw doorvloeien en luister eerder door kuiten, bovenbeenspieren ,liezen to in de buik waar je dan verder met de inademing door de romp tot kruin volgt (iZinken is idem verfijning 2